Xtreme XL advies inzake probleemoplossing
Veelgestelde vragen
- Reinig de luchtleiding; verhoog de luchttoevoer.
- Controleer of de kranen open zijn.
- Reinig de slang of het pistool.
- Reinig de stang; de pomp altijd stilzetten op de laagste stand van de slag; zorg dat het oliereservoir gevuld blijft met een geschikt oplosmiddel.
- Reinig of repareer de luchtmotor. Zie de handleiding voor de motor.
- Reinig de luchtleiding; verhoog de luchttoevoer.
- Controleer of de kleppen open en vrij zijn.
- Reinig de slang of het pistool; gebruik een slang met een grotere binnendiameter.
- Draai de ontdooiingsregelaar open; zie de handleiding.
- Reinig het inlaatventiel of geef het een servicebeurt.
- Stel de inlaatafstandsstukken af, zie de handleiding van de pomp.
- Toevoer en vulpomp bijvullen.
- Reinig de aanzuigbuis.
- Verlaag de viscositeit.
- Stel de inlaatafstandsstukken af, zie de handleiding van de pomp.
- Reinig het zuigerventiel; vervang de pakkingen.
- Reinig het inlaatventiel of geef het een servicebeurt.
- Stop de pomp.
- Draai de ontdooiingsregelaar open; zie de handleiding.
- Voer onderhoud uit aan de onderpomp; zie de handleiding van de pomp.
- Vastdraaien. Gebruik een geschikt vloeibaar dichtingsmiddel voor de schroefdraad of PTFE-tape voor de aansluitingen.
- Zie de handleiding van het pistool; lees de aanwijzingen van de fabrikant van de vloeistof.
- Pas de vloeistofviscositeit aan; lees de aanwijzingen van de fabrikant van de vloeistof.
- Voer onderhoudswerkzaamheden uit aan het spuitpistool.
- Zie de handleiding van het spuitpistool.
- Voer lucht toe aan de motorinlaat.
- Ontkoppel of verwijder de pomp, om de werking van de luchtmotor te controleren.
- Schakel uit en ontlast de lucht.
- Schuif de bovenste en onderste ventielknoppen heen en weer totdat deze spoelen met de basis van de ventielkap.
- Herstart de motor.
- Meestal zit er dan ijs in het stuurventiel of in de uitlaatpoort daarvan.
- Koppel de stuurleiding van dat stuurventiel af.
- Als de motor dan overschakelt, zit het onderste stuurventiel verstopt.
- Vervang het stuurventiel en/of ontdooi het ijs dat het luchtsignaal blokkeert.
- Koppel stuurleiding af.
- Als de motor nog steeds niet overschakelt, is het gedoseerde gat van de wisselzuiger verstopt.
- Reinig of vervang het hele wisselventiel.
- Draai de fittingen vast.
- Vervang het bovenste stuurventiel.
- Meestal zit er dan ijs in het stuurventiel of in de uitlaatpoort daarvan.
- Koppel de stuurleiding van dat stuurventiel af.
- Als de motor dan overschakelt, is het bovenste stuurventiel verstopt.
- Vervang het stuurventiel en/of ontdooi het ijs dat het luchtsignaal blokkeert.
- Koppel stuurleiding af.
- Als de motor nog steeds niet overschakelt, is het gedoseerde gat van de wisselzuiger verstopt.
- Reinig of vervang het hele wisselventiel.
- Draai de fittingen vast.
- Vervang het onderste stuurventiel.
- Ontdooi de ijsvorming in het stuurventiel.
- Vervang het ventiel als het geen ijs is.
- Ontdooi de ijsvorming in het stuurventiel.
- Vervang het ventiel als het geen ijs is.
- Verwissel stuurventiel of maak uitlaatpoort vrij.
- Verwissel stuurventiel of maak uitlaatpoort vrij.
- Ontdooi of verwijder ijs.
- Verlaag het vochtgehalte van samengeperste lucht.
- Verminder de motorbelasting.
- Open het zelfontlastende luchtventiel van het hoofdwisselventiel.
- Hierdoor komt wat warme lucht door, steeds als perslucht wordt toegevoerd aan de motor.