Technieken voor verven met een spuittoestel

Het gebruik van een airless verfspuittoestel is eigenlijk heel eenvoudig, maar lees voordat u begint met spuiten de gebruiksaanwijzing en neem alle veiligheidsvoorzorgsmaatregelen voor uw spuittoestel door. Zorg ervoor dat u de oppervlakken die u gaat spuiten goed prepareert en bescherm alles wat u niet wilt spuiten. Volg de onderstaande lijnwijzers en u bent goed op weg naar een geslaagde spuitklus.

Eerst oefenen

Het vergt meestal enige oefening om vertrouwd te raken met de spuittechnieken die de meest hoogwaardige afwerking opleveren, dus als u het verfspuittoestel voor het eerst gebruikt, oefen dan eerst met het spuiten van water.

  • Kies een plek om te oefenen zoals een garagedeur of een ander groot vlak oppervlak dat veilig met water bespoten kan worden.
  • Volg bij gebruik van water de opstartprocedures in de handleiding van uw spuittoestel'.
  • Zodra het toestel en het pistool met water zijn voorgevuld, schakelt u de pistooltrekkerbeveiliging in, installeert u de spuittip en de tipbeschermer; oefen vervolgens uw spuittechniek op het door u gekozen oefenplek. Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.

Kies de beste drukinstelling

Voorbeelden van goede en slechte spuitpatronen

Gebruik de drukregelknop om de spuitdruk zo in te stellen dat u een spuitpatroon van goede kwaliteit behaalt. (Zie de illustratie rechts). Als de druk correct is ingesteld, mogen er geen strepen in het patroon voorkomen en moet het patroon zelf glad zijn. Voordat u op het eigenlijke oppervlak gaat schilderen, test u het spuitpatroon op een paar stukjes karton of een ander oppervlak.

  • Begin met een lage drukinstelling en druk de pistooltrekker snel in. Als het spuitpatroon vol is, kunt u gaan spuiten. In de meeste gevallen zal het spuitpatroon echter niet bij de eerste poging vol zijn. Er kan bijvoorbeeld een gat zitten aan elk uiteinde van het patroon, of de randen van het patroon kunnen zwaarder lijken dan het midden (zie voorbeelden van slechte spuitpatronen).
  • Als het spuitpatroon niet vol is, verhoog dan de drukinstelling iets en test opnieuw. Ga door met dit proces van verhogen van de drukinstelling en testen tot het gewenste patroon is bereikt.

(Opmerking: bij gebruik van verf of andere coatings is het belangrijk de juiste spuittip te kiezen. Als de maximale drukinstelling is bereikt en het spuitpatroon nog steeds niet geschikt is, hebt u misschien de verkeerde spuittipmaat of is de spuittip versleten en moet hij worden vervangen. Zie spuittips voor meer informatie).

Tips voor een geslaagde spuitklus

Volg de onderstaande richtlijnen om de juiste spuittechnieken aan te leren voor een gelijkmatige dekking en een hoogwaardige afwerking.

Een gelijkmatige spuitafwerking behalen

De afstand gelijk houden

Begin met het vertrouwd raken met het bewegen van het spuitpistool en leer de aanbevolen afstand tot het oppervlak aan te houden. Wanneer u spuit, houdt u het pistool op 30 centimeter van en loodrecht op het te spuiten oppervlak. Beweeg uw arm terwijl u het pistool recht op het te spuiten oppervlak gericht houdt. Waaier het pistool niet uit, want spuiten onder een hoek kan een ongelijkmatig afwerking veroorzaken. Buig in plaats daarvan uw pols lichtjes aan het begin en het einde van elke beweging om de juiste pistoolpositie te behouden.

Een goede oefening om een gevoel te krijgen voor de juiste pistoolbeweging is om het spuitpistool met de tipbeschermer op ongeveer 5 centimeter afstand te houden van de muur en het pistool (horizontaal) heen en weer langs de muur te bewegen, terwijl u die afstand van 5 centimeter bewaart. Spuit nog niet; concentreert u zich op de positie van het pistool en het buigen van uw pols om de juiste afstand te bewaren. Als u hier eenmaal vertrouwd mee bent, vergroot u de afstand tot 30 centimeter en oefent u nog een paar keer. Let vooral op de positie van het pistool aan het begin en het einde van uw bereik. Als u geen gelijkmatige afstand houdt en aan het begin of het einde afwijkt, zal het spuitpatroon breed beginnen, dan smaller worden en uiteindelijk breed eindigen.

Binnen uw bereik werken

Werk bij het spuiten alleen binnen het gebied dat u gemakkelijk kunt bereiken wanneer u het spuitpistool in de juiste positie houdt. Kantel te spuittip niet aan het eind van uw bereik om verder te spuiten.

Het spuitpistool op de juiste manier activeren

Om overmatig materiaal aan het begin en het einde van elke beweging te voorkomen, dient u het pistool altijd in beweging te houden voordat u de trekker indrukt, en door te gaan met de beweging nadat u de trekker hebt losgelaten.

Overlappend spuitpatroon

De stroken overlappen

Om een gelijkmatige hoeveelheid verf op het oppervlak te krijgen, overlapt u elke spuitstrook met 50 procent. Om de juiste overlap te verkrijgen, richt u het spuitpistool zo dat de spuittip naar de rand van de vorige spuitstrook wijst. Bij het spuiten op brede, open oppervlakken zoals plafonds en kale muren, spuit u eerst op de buitenranden; daarna spuit u op het middengedeelte.

In de hoeken spuiten

Om op de juiste manier in binnenhoeken te spuiten, zoals op plekken waar twee muren bij elkaar komen, richt u het spuitpistool rechtstreeks in de hoek en spuit u op elk van de aangrenzende muren die de hoek vormen gelijkmatig en in één strook.

Hebt u vragen over een product?

Algemene ondersteuning

Algemene ondersteuning

We zijn hier om vragen te beantwoorden en u te helpen bij eventuele vereisten.

Registreer uw apparaat

Registreer uw apparaat

Registreer uw product en ontvang gratis een fles Pump Armor, een bewaarvloeistof die de levensduur van uw pomp verlengt.

Magnum by Graco